woensdag 20 juli 2016

Over op je bek gaan als ondernemer: over innovatief ondernemerschap anno 2016


Enkele weken terug vond er in de Rotterdamse locatie van SpareSpace aan de Van Speykstraat 47 ook een brainstormsessie plaats met enkele docenten van de Hogeschool Rotterdam, verbonden aan het Kenniscentrum voor Innovatief Ondernemerschap. Samen met hen gingen we in gesprek over hoe we studenten kunnen betrekken bij onder meer de thema's 'ondernemerschap binnen de maakindustrie'. En hoe we dat kunnen laten aansluiten op de ontwikkelingen op maakgebied binnen Het Oude Westen, zoals Maak Het Mee 010, waarbij ik natuurlijk direct betrokken ben.

Het was een interessante bijeenkomst. Wat mij daarbij vooral opviel vanuit persoonlijk en professioneel oogpunt, is dat vormen van praktijkonderwijs hoog op de agenda staan in het hoger onderwijs (praktijkstages, onderzoeksopdrachten), maar dat de materie toch ongelooflijk theoretisch blijft. Er wordt, op zich terecht, veel en ook intensief ingezoomd op het ontwikkelen van wat tegenwoordig bekend staat als zogenaamde 21st century skills - wat voor mij overigens gewoon neerkomt op sociale vaardigheden en vindingrijkheid, een soort ''Tom Poes, verzin toch eens een list 3.0'', maar dat terzijde.

Waar het mij om gaat is het inzicht is dat ondernemerschap meer vraagt dan die vaardigheden alléén. Alle voorbereidingen, bedrijfs- en ondernemersplannen en businesscases ten spijt, is het vooral doen, heel, heel veel doen. En vooral heel veel vallen en weer opstaan. Over hoe je creativiteit en je vermogen om problemen op te lossen pas echt getest wordt als dingen tégenzitten in plaats van mee. Over hoe je dan keihard uit je comfort zone getrapt wordt. En er is geen zachte landing, integendeel.

Dát leer je nergens. Dat kún je ook nergens leren, behalve in de praktijk. Dus het is goed dat er in het hoger onderwijs veel aandacht is voor die praktijk. Maar dan moet de praktijk ook recht doen aan dat aspect wat nog te vaak een ondergeschoven kindje is als het gaat om ondernemerschap: op je bek gaan. Hard. Pijnlijk. Met alle mogelijke gevolgen vandien: geen winst, maar verlies. Misschien zelfs het risico, het spook van failliet gaan. Je bedrijf moeten stopzetten. Of de boel radicaal omgooien, het anders aanpakken. Terwijl je zo zeker wist dat je op het goede spoor zat. Terwijl je er van overtuigd bent: het is overmacht, ik kan hier niets meer aan doen.

Ik zie het om me heen, ik was er zelf een paar keer dicht bij. Het gebeurt. Vaak. En veel. Maar het is een taboe. Er heerst geen aura van succes omheen, het is niet sexy. Maar de grootste succesverhalen kennen allemaal hun grootse momenten van mislukkingen. Sterker nog, falen hoort bij groei. Dúrven te falen en dat te erkennen, je verlies te nemen en er van te leren, dat is wat het verschil maakt. Dát maakt succes.

Mislukkingen moet je omarmen, koesteren. Niet wegstoppen. Ook, nee: juist als je ondernemer bent. 

Zoals één van mijn favoriete (en schromelijk onderschatte) singer-songwriters Tom Petty ooit schreef en zong:

''I'm learning to fly, but I ain't got wings
Coming down is the hardest thing''
 


(Van ''Learning To Fly'' van het album ''Into The Great Wide Open'' van Tom Petty & The Heartbreakers)

Leren vliegen is dus één ding. Leren landen is een tweede. We klappen nu eenmaal pas voor de piloot als die het vliegtuig weer veilig en wel op de grond heeft gezet.

En dáár zou ik het nou graag een keer over willen hebben. Mijn visie op die mooie, spannende, avontuurlijke keerzijde van succes: De Mislukking. Zie ik daar een workshop opdoemen? Een gastles? Wie weet... ? Hoe dan ook, binnenkort meer!